De duisternis in de diepzeeën
Allah heeft in de Koran over de zeeën gezegd:
“Of (de toestand van de ongelovige) is als de duisternissen in de diepzee, bedekt door golf op golf, waarop wolken zijn, duisternissen bovenop elkaar. Wanneer iemand zijn hand uitstrekt kan hij die bijna niet zien. En aan wie Allah geen licht geeft, voor hem is er geen licht.” [Edele Koran 24:40]
Dit vers vermeldt de duisternis die we vinden in de diepzeeën en oceanen, waar een duiker zijn uitgestrekte hand niet meer kan zien. De duisternis in diepzeeën en oceanen komt voor op een diepte van 200 meter en verder. Op deze diepte is er zo goed als geen licht. Dieper dan 1.000 meter is er helemaal geen licht meer. (Oceans Elder and Pernetta pag. 27)
Mensen kunnen zonder de hulp van onderzeeërs of speciale uitrusting onmogelijk dieper duiken dan veertig meter. Een mens kan zonder hulpmiddelen niet overleven in het donkere deel van de oceanen, op diepten van 200 meter en meer.
Wetenschappers hebben deze duisternis recent ontdekt aan de hand van speciale uitrusting en met onderzeeërs die specifiek werden uitgerust om op dergelijke diepten te duiken.
De diepe wateren van de zee worden bedekt door golven
We kunnen bovendien uit de zin in het daarnet aangehaalde vers afleiden dat de diepe wateren van de zeeën en oceanen zijn bedekt door golven, met daarboven weer andere golven.
Het is duidelijk dat de tweede reeks golven slaat op de golven aan het wateroppervlak, aangezien het vers zegt dat zich daarboven dan weer wolken bevinden. Maar hoe zit het met de eerste laag golven?
Wetenschappers hebben niet zo lang geleden ontdekt dat er interne golven bestaan die “voorkomen bij de raakvlakken tussen lagen van verschillende dichtheid.” (Oceanography, Gross pag. 205)
De interne golven bedekken de diepere wateren van de zeeën en oceanen. Het diepere water heeft namelijk een hogere dichtheid dan het water erboven. Interne golven gedragen zich net als de golven aan de oppervlakte: ze kunnen breken. Interne golven zijn onzichtbaar voor het menselijke oog, maar kunnen worden ontdekt door de temperatuur en het zoutgehalte op een bepaalde plaats te bestuderen.
Water bedekt een groot deel van de aarde en vermengt zich zelfs met het land, in de vorm van rivieren en stromen. Is er dan iets dat het water ervan weerhoudt om met zichzelf te vermengen? Wat houdt het mysterie van de scheiding van watersoorten in?