Roept de Islam op tot verdraagzaamheid tegenover andere religieuze overtuigingen?
De Islam wordt vaak afgeschilderd als een godsdienst van haat en tomeloos geweld. Donald Trump heeft gezegd: “Ik denk dat de Islam ons haat.” De Islam is geen mens en kan dus niet haten. Bovendien is het niet duidelijk wie “ons” is, aangezien er ook Amerikaanse moslims zijn. Misschien herhaalde hij gewoon de foutieve opvatting dat de Islam moslims oproept om alle niet-moslims te haten. In plaats van veralgemeningen over een godsdienst die meer dan 1400 jaar oud is klakkeloos over te nemen, kan je beter de Koran zelf bestuderen en nagaan wat die hierover te zeggen heeft. Is het zo dat de Islam moslims leert om niet-moslims te haten en om gewelddaden tegen hen te plegen?
Islam & Geweld
In de geschiedenis van de mensheid is geweld altijd al voorgekomen. Er was nooit een periode waarin geen geweld voorkwam, zij het individuele schermutselingen of echte oorlog. Geweld maakt deel uit van het menselijke bestaan en kan soms zelfs noodzakelijk en onvermijdelijk zijn. Over het algemeen heeft het woord “geweld” een negatieve connotatie. Er bestaat echter gewettigd en onwettig geweld. Er is geweld dat we loven en prijzen, en er is het geweld dat we veroordelen en verfoeien. De eerste soort is belangrijk om te overleven. We moeten bijvoorbeeld geweld gebruiken om een dief of misdadiger te vatten. De enige logische manier om op een ontvoerder te reageren is dat je hem achterna zit en het kind redt. Dat vereist in de meeste gevallen een gewettigde vorm van geweld. De kidnapper gebruikt ook geweld, maar dat geweld is onwettig.
De Islam is geen pacifistische godsdienst en staat dus gewettigd geweld toe, in specifieke omstandigheden. De Koran en de leer van de Profeet (vrede en zegeningen zijn met hem) bieden ons richtlijnen en beperkingen voor het gebruik van geweld. Deze instructies worden vaak uit hun context gehaald om die zogenaamde gewelddadige aard van de Islam tegenover niet-moslims aan te tonen. Nochtans volstaat een eerlijke cursieve lezing van de Koran en het leven van Profeet Muhammad ﷺ om vast te stellen dat zij niet oproepen om te vechten tegen mensen enkel en alleen vanwege hun geloof.
De Profeet ﷺ had niet-moslim familie en buren van wie hij hield, voor wie hij zorgde en met wie hij een hechte band had. Als de Islam moslims zou leren om alle niet-moslims te haten en te doden, enkel en alleen vanwege hun geloof, dan had hij de eerste moeten zijn om dat te doen. Dat gebeurde dus niet. De Koran maakt duidelijk dat de relatie tussen moslims en niet-moslims steunt op liefde en medeleven. De Koran verklaart:
“Allah verbiedt jullie niet om met degenen die jullie niet bestrijden vanwege jullie godsdienst, en die jullie niet uit jullie huizen dreven, goed en rechtvaardig om te gaan. Waarlijk, Allah houdt van de rechtvaardigen.” [Edele Koran 60:8]
Dit vers maakt duidelijk dat er niet gestreden wordt omwille van de godsdienst. Je strijdt enkel om je te verdedigen tegen iemand die de moslims aanvalt enkel en alleen omdat ze moslims zijn. Hoewel de Islam moslims toestaat om hun aanvallers te bestrijden, vereist hij dat de moslims zich fair en rechtvaardig gedragen tegenover hun vijanden.
Leert de Islam de moslims om niet-moslims te haten?
De Koran vestigt de aandacht op het belang van de christenen en de joden, door voortdurend naar hen te verwijzen als “de mensen van het Boek”. Heel wat verzen in de Koran benadrukken de hechte band tussen moslims en niet-moslims.
“En jij zult zeker vinden dat zij die het dichtst bij in de liefde voor de gelovigen zijn, degenen zijn, die zeggen: “Wij zijn christenen.” Dit is omdat onder hen priesters en monniken zijn en zij zijn niet trots.” [Edele Koran 5:82]
Bovendien verbiedt de Koran de moslims zelfs om de goden of afgoden die in andere godsdiensten worden vereerd te beledigen. Hoewel de moslims het uiteraard niet eens zijn met niet-moslims die iets anders dan God aanbidden is het hen verboden om die andere religieuze godheden te beledigen of er kwaad over te spreken:
“En beledig niet degenen die zij naast Allah aanbidden,…” [Edele Koran 6:108]
De Koran staat de moslims trouwens toe om het voedsel van joden en christenen te eten, en hij staat interreligieuze huwelijken toe. De Koran verkondigt:
“Het voedsel van de mensen van het Boek is jullie toegestaan en jullie voedsel is wettig voor hen. (Wettig om te huwen) zijn kuise vrouwen van de gelovigen en kuise vrouwen van degenen aan wie het Boek is gegeven vόόr jullie tijd,…” [Edele Koran 5:5]
Helemaal ingaand tegen het stereotype dat de moslims niet-moslims moeten haten en zelfs doden, wijst de Koran erop dat moslims het brood mogen breken met mensen van een ander geloof. Als moslim “hun” voedsel eten en niet-moslims die “jullie” voedsel eten, betekent het delen van maaltijden, gebeurtenissen en uitnodigingen. Dit is enkel mogelijk in een vriendelijke en liefdevolle relatie.
Het volgende deel van het vers is zelfs nog sterker. Daarin stelt de Koran dat moslims joodse of christelijke vrouwen mogen huwen. Huwen betekent liefde, niet alleen voor de niet-moslim echtgenote maar ook voor haar familie, haar ouders, haar broers en zussen. Het is niet logisch dat de Koran moslims enerzijds zou oproepen om alle niet-moslims te haten of te vermoorden en dat hij tegelijk zou zeggen dat ze met hen mogen trouwen en eten. Met andere woorden, de instructies in de Koran over liefde/haat en geweld/vrede tussen moslims en niet-moslims draaien niet rond het geloof van de ander, maar rond de vraag of zij al dan niet geweld plegen tegen moslims of hen verdrukken.
Dit betekent niet dat de Koran pacifisme predikt. In de Koran staan namelijk ook gevallen waarin de mensen moslims bestreden en hen uit hun huizen verdreven omwille van hun geloof. De Koran keurt dit soort onverdraagzaamheid af. Hij leert de moslims dat ze niet mogen toegeven en dat ze geen verbond mogen aangaan met mensen die oproepen tot het verdrijven van de moslims uit hun thuisland, gewoon omdat ze moslim zijn.
“Allah verbiedt jullie wel degenen te bevrienden die jullie vanwege de godsdienst bestreden en die jullie uit jullie huizen dreven, en die (anderen) hebben geholpen om jullie te verdrijven. En wie hen tot vriend neemt: dat zijn de onrechtvaardigen.” [Edele Koran 60:9]
Dit vers keurt het af dat moslims een verbond aangaan met dat soort individuen, maar het zet niet aan tot grenzeloze haat en geweld. De Koran is een praktisch boek, dat de verdrukten helpt te strijden tegen onrecht, maar het staat de moslims niet toe om onrecht met onrecht te vergelden. Met andere woorden: de Koran eist dat de moslims zelf rechtvaardig zijn tegenover wie hen haat en bestrijdt:
“O, jullie die geloven! Wees standvastigen voor Allah als rechtvaardige getuigen. En laat de haat van een volk jullie er niet toe brengen niet dat rechtvaardig te wezen. Wees rechtvaardig (voor zowel vriend als vijand), want dat is het dichtst bij godsvrees. Vrees daarom Allah! Waarlijk, Allah weet wat jullie doen.” [Edele Koran 5:8]
Besluit
Er staan zeker verzen in de Koran die geweld toelaten. Ze worden echter al te vaak selectief gebruikt, zonder rekening te houden met de bovenvermelde context. Het logische besluit na het lezen van deze verzen is dat de Islam de moslims oproept om van alle mensen te houden, ook van hen die een ander geloof aanhangen. Hij verbiedt moslims echter om “overlopers” te worden door een verbond aan te gaan met xenofoben, die de moslims bestrijden en hen puur omwille van hun godsdienst uit hun woningen verdrijven. Met andere woorden: de Koran leert de moslims niet om niet-moslims te bestrijden, maar wel de religieuze onverdraagzaamheid.
De Koran wijst erop dat uiteindelijk alle plaatsen van aanbidding zullen worden vernield als de mensen niet opkomen tegen religieuze onverdraagzaamheid:
“Degenen die onrechtmatig uit hun huizen zijn gedreven, alleen maar omdat zij zeiden ‘Onze Heer is Allah’. Zou Allah de ene groep niet weerhouden hebben van de ander, dan zouden kloosters, kerken, synagogen en moskeeën waarin de Naam van Allah veelvuldig wordt genoemd, zeker zijn vernietigd. Waarlijk, Allah zal degenen helpen die Hem (met de godsdienst) helpen. Waarlijk, Allah is de drijvende kracht (achter Zijn schepping) en Almachtig.” [Edele Koran 22:40]
De bovenstaande verzen maken duidelijk dat de toelating van de Koran om geweld te gebruiken niet is gericht tegen mensen met een ander geloof. Die toelating dient enkel om de godsdienstvrijheid te beschermen, voor alle overtuigingen. Wordt dit recht op godsdienstvrijheid voor één godsdienst geschonden, dan zal dat leiden tot de vervolging van andere religieuze minderheden.