Hajj – heidense aanbidding van een zwarte steen of maangod?
“Onwaarheden over de Islam”
- Waarom bidden de moslims in de richting van een zwarte kubus (de Ka’bah) in de woestijn te Mekka?
- Waarom kussen de moslims de zwarte steen van die kubus?
Moslims aanbidden enkel één God, zonder enige deelgenoten. Dit is dezelfde God als de God van Abraham in de Bijbel. Ze aanbidden Hem onder dezelfde voorwaarden als in de Tien Geboden, die we vinden in de Boeken Exodus en Deuteronomium: “Gij zult geen andere Goden hebben naast Mij.”
De “Zwarte Steen” is bevestigd aan de Ka’bah – een kubusvormig gebouw in het heiligdom van Mekka
Laten we dieper ingaan op de kubusvormige Ka’bah (Het Heilige Huis) te Mekka, in Saudi-Arabië. In de oostelijke hoek van de Ka’bah ligt de Zwarte Steen, op borsthoogte. Elke bedevaartganger in Mekka wil de Zwarte Steen kussen zodra hij er aankomt. Deze daad markeert de start van de “Tawaf”.
Het woord “Tawaf” is een Arabisch werkwoord dat betekent iets omcirkelen, omzeilen of ergens omheen bewegen. Een bedevaartganger dient zeven rondjes om de Ka’bah te lopen om zijn Tawaf compleet te maken. Elk rondje begint met het kussen van de Zwarte Steen (als dit mogelijk is) of bij het wijzen naar de Zwarte Steen. De Zwarte Steen dient dus als beginpunt van elke ronde. De Tawaf is één van de onderdelen die de Bedevaart (Hajj) compleet maakt. Hij kan echter ook op ieder ander moment individueel worden uitgevoerd als een aparte daad van aanbidding. Vandaar dat we dag en nacht mensen rondom de Ka’bah zien lopen.
Het belang van de Tawaf (rondom de Ka’bah lopen)
Het lopen rond de Ka’bah (ook bekend als het Huis van Allah) en het kussen van de Zwarte Steen wordt beschouwd als het uiterlijke aspect van de Tawaf, los van de diepere betekenis. Het lijkt op het staan, buigen, knielen en zitten dat we terugzien in de vijf dagelijkse islamitische gebeden. De verschillende houdingen van het gebed, het lopen rondom de Ka’bah en het kussen van de Zwarte Steen vormen de schil die de graankorrel beschermt.
De kern van de Tawaf bestaat namelijk uit de verheven betekenissen van de recitaties en gebeden van de bedevaarder en uit de emoties die opstijgen uit het hart en die de ziel raken. Dat zijn gevoelens zoals extreme liefde voor Allah, ontzag voor Hem en hoge verwachtingen van Hem.
Laten we bijvoorbeeld kijken naar de woorden van Gods Eenheid, die de bedevaartganger uitspreekt tijdens het uitvoeren van zijn Hajj, specifiek tijdens het lopen rondom de Ka’bah:
Labbaik Allah humma labbaik Labbaik la sharika laka labbaik Innal hamda Wan-ni’mata Laka walmulk Laa sharika lak.
O mijn Heer, ik ben hier tot Uw dienst. U hebt geen deelgenoten. Waarlijk alle lof en voorzieningen behoren toe aan U, zo ook de Heerschappij en de oppermacht. U hebt geen deelgenoten naast U.
De Tawaf gebeurt enkel omwille van Allah, de verheven God van het universum, en nooit in de naam van een andere god of omwille van de Zwarte Steen, zoals sommige mensen beweren. Door het verrichten van de Tawaf vervult de bedevaartganger zijn belofte aan zijn Heer. Hij doet dit uit geloof in de Eenheid van de Enige God van Abraham, Adam, Mozes, Jezus en Muhammad, vrede zij met hen. In de Islam kan aanbidding alleen voor Allah zijn en voor niemand anders. Het kussen van de Zwarte Steen of het ernaar wijzen tijdens het lopen rondom de Ka’bah is niets meer dan het navolgen van de traditie van de Profeet. Hij heeft verklaard dat niet de steen, de maan of iets anders aanbeden wordt, maar dat al onze aanbidding, overgave en dankbaarheid alléén voor de Almachtige God (Allah) bestemd is.
Kan een steen god zijn?
Denk hier eens over na. Toen de Profeet Muhammad ﷺ eindelijk toegang kreeg tot zijn vaderland, nadat hij er gedurende meer dan tien jaar uit werd verbannen, was het eerste en enige wat hij deed het verwijderen en vernietigen van de 360 afgodsbeelden die het gebied decennia lang hadden gedomineerd. Na het vernietigen van al die valse “goden” zorgden de Profeet ﷺ en de metgezellen ervoor dat aan de generaties na hen de oproep werd doorgegeven om enkel de Enige God te aanbidden, die niet in een doos of een steen kan worden gevat, noch elders in het universum. Dit stemt overeen met wat we tot de dag van vandaag in de Bijbel terugvinden, zowel voor Christenen als Joden. Toen koning Salomo zijn tempel aan God opdroeg, zei hij: “De hemel en de hemel der hemelen kunnen U niet bevatten. Hoeveel minder dan dit huis dat we hebben gebouwd met menselijke handen?“
Er zijn geen uitgehouwen beelden in de Ka’bah, in de Haram (Heiligdom) of elders op de aarde, die door de bedevaartgangers mogen worden aanbeden.
Moslims aanbidden God alleen, als Eén. Het aanbidden van iets of iemand anders dan Allah is de meest afkeurenswaardige en godslasterlijke zonde in de Islam. In het licht van wat de Koran heeft verklaard, is het aanbidden van iets anders de Almachtige God, of het deelgenoten toekennen aan God door te bidden via stenen, een stok, een bot of iets anders in het universum, het laatste wat een monotheïst (moslim) zich kan voorstellen. Een steen heeft geen kracht noch macht om iets goeds of slechts te doen tegenover een mens. Alléén Allah is hiertoe in staat, de Enige Godheid van de Mensheid. Afgodenverering die wordt gekoesterd, bewust, onwetend of figuurlijk, door degenen die stenen in plaats van God aanbidden, is een onheilig en zinloos geloof. Dit is de reden waarom de Zwarte Steen een mysterie is voor zulke mensen, en daardoor liegen sommigen uit onwetendheid openlijk door te zeggen dat Muhammad ﷺ elke afgod in de Islam heeft gebroken, behalve één, de Ka’bah, de Zwarte Steen.
Dit was het moment waarop ‘Umar, de tweede kalief, elke twijfel uit hun gedachten verwijderde. Umar maakte aan iedereen duidelijk wat de functie van de Zwarte Steen was, terwijl hij om de Ka’bah heen liep. Toen hij aankwam bij de hoek van de Ka’bah waar de Zwarte Steen gevestigd is, leunde hij ernaar toe en zei hij het volgende:
“Ongetwijfeld weet ik dat je niets anders dan een steen bent en dat je niemand schade noch goedheid kan toebrengen. Als ik niet had gezien dat de Profeet Muhammad ﷺ jou kuste, dan zou ik jou ook niet kussen.” [Sahih Al Bukhari].
Het ware verhaal over de Zwarte Steen
Meer dan vijfduizend jaar geleden had de vader van alle Profeten, Profeet Abraham (vrede en zegeningen zijn met hem), de huidige structuur van de Ka’bah opgetrokken op Gods bevel. Hij deed dat samen met zijn jeugdige zoon Ismaël (vrede zij met hem), de voorvader van de Arabieren. Dit is hoe de Koran beschrijft op welke manier zij samen de Ka’bah hebben gebouwd:
“En (gedenk) toen Abraham en (zijn zoon Ismaël) de funderingen van het huis (de Ka’bah in Mekka) legden (zeggende): “Onze Heer, accepteer (deze dienst) van ons. Waarlijk! U bent de Alhorende, de Alwetende.”
[Edele Koran 2:127]
De vader en de zoon, ware gelovigen in de Enige God en onderworpen aan Hem volgens Zijn voorwaarden (moslims), plaatsten op deze manier de fundamenten met trillende harten, omdat de moslims de meest toegewijde dienaren zijn van Allah en hierdoor Zijn ongenoegen vrezen. Terwijl zij de Ka’bah aan het bouwen waren, vreesden ze beiden dat Allah hun nederige dienst niet zou accepteren. Vandaar dat gebed van hen. Hoe indrukwekkend is hun trouw en nederigheid tegenover Allah, de Grootste! Dat is de essentie van het monotheïsme, het ideale patroon van geloof en daden, zowel groot als klein, die alle moslims moeten volgen. Toen ze een bepaalde hoogte hadden bereikt, beval Abraham zijn zoon om een stuk steen uit te kiezen en hiermee de belangrijkste hoek te markeren. Terwijl de jongen hiernaar op zoek was, verscheen de Engel Gabriël met de Zwarte Steen uit de hemel.
De Profeet Muhammad ﷺ heeft gezegd:
“De Zwarte Steen daalde neer uit de hemel toen hij witter was dan melk, maar de zonden van de mensen hebben de steen zwart gemaakt.”
Abraham pakte de Steen en plaatste hem. Tot de dag van vandaag staat hij op diezelfde plek. Het is dus een steen uit de hemel, en geen aardse. Hij werd geselecteerd door Allah voor Zijn Heilige Huis (de Ka’bah).
Hiermee was de bouw van de Ka’bah voltooid. Op deze manier werd de aanbidding tot Allah door Abraham en Ismaël voortgezet, met de woorden uit het volgende vers:
“Onze Heer! En laat ons aan U onderwerpen en ons nageslacht een natie van degenen zijn die zich aan U onderwerpen. En onderwijs ons de rituelen van de Hajj en accepteer ons berouw. Waarlijk U bent de Meest Berouwaanvaardende, de Genadevolle” [Edele Koran, 2:128]
Daarop leerde Allah hen aan de hand van openbaringen de rituelen voor de bedevaart, waaronder de Tawaf.
De geschiedenis onthult een zeldzaam aspect
Stel dat de Zwarte Steen om een of andere reden zou ontbreken, maakt dat dan de Tawaf en de Bedevaart ongeldig? Absoluut niet. Dit is exact wat reeds eerder in de geschiedenis van de Islam is voorgekomen. In een dergelijk geval stelt de Shari’ah (wetgeving) dat de bedevaartganger de Tawaf dient te voltooien zonder de Zwarte Steen. In plaats van de Zwarte Steen dient de pelgrim dan zijn plek, op de hoek van de Ka’bah, aan te raken of aan te wijzen, om vervolgens de Tawaf voort te zetten. Dus, de totale afwezigheid van de Steen maakt de Tawaf en de Bedevaart niet ongeldig.
Betekent het kussen aanbidding?
Het kussen van een steen is helemaal geen teken van aanbidding. Het kussen van de Zwarte Steen kan niet gezien worden als het aanbidden van een afgodsbeeld, omdat de steen geen beeld is. Net zo min is een simpele kus een teken van aanbidding. Iedereen kan beweren dat de moslims een bepaalde “afgod” aanbidden, maar het feit blijft dat zij niets anders aanbidden dan God, de Enige. Een afgod en het aanbidden hiervan bestaat gewoonweg niet. De Bijbel wordt gekust in rechtbanken. Betekent dat dan dat hij wordt aanbeden? Bovendien kussen ouders hun kinderen liefdevol, zonder dat dit ook maar enige vorm van aanbidding inhoudt.
Uitnodiging tot de Islam
Dit is de nalatenschap die de Profeet Abraham heeft achtergelaten, zodat al zijn nakomelingen ze accepteren en volgen. Geen volk, van welk land of natie ook, vormt een uitzondering op dat nageslacht. Dus waarom niet, in plaats van de Hajj als een heidens ritueel te zien, nadenken over je eigen eeuwenoude afgoderij en de religie van onze vader Abraham accepteren en volgen? De tijd is aangebroken voor de mensen om uit vrije wil te verkondigen:
“Er is geen God waardig om aanbeden te worden behalve de Almachtige God!”
En we bidden tot de Almachtige God, en vragen Hem om hen te leiden naar het rechte pad en hen de Hajj (bedevaart) te laten verrichten bij het Huis van God in Mekka! En mogen zij hun gebeden met regelmaat uitvoeren in de richting van datzelfde Huis. Amien!