Het gebeurde tijdens het herfstfestival “The Feast of the Hunter’s Moon”. Daar ontmoette ik voor het eerst in mijn leven een moslim. Buitenlanders waren voor de mensen uit de kleine blanke gemeenschappen van Indiana in de jaren 80 heel ongewoon. Eens ik mijn studies aan de universiteit had aangevat, ontmoette ik echter gekleurde mensen en studenten van over de hele wereld. Toen ik één van hen een stuk varkensvlees van de barbeque aanbood, wees hij het af. Ik dacht dat hij misschien joods was, maar hij zei: “Ik ben een moslim.” Nooit eerder had ik iets over moslims of de Islam gehoord. Het is moeilijk om je een tijdperk in te beelden zonder internet, satelliettelevisie en Google, maar dat heeft dus ooit bestaan. Het was in die tijd niet eenvoudig om aan informatie te komen. Ik begon vragen te stellen over de Islam. Die heb ik trouwens nog steeds, na meer dan dertig jaar. De Islam is een eindeloze ontdekkingstocht.
De dag waarop ik moslim werd, liep ik over van vreugde maar was ik ook bang voor het onbekende.
Het duurde niet lang voor de student die me had gezegd dat hij moslim was me ten huwelijk vroeg. Hij oefende geen druk op me uit om moslim te worden. Voor hem was het goed dat ik christen bleef. Hij had me wel gevraagd om de kinderen, als die er zouden komen, op te voeden als moslims. Het jaar voordien had ik de Katholieke Kerk verlaten. Ik geloofde wel nog in God, maar ik zocht iets anders. Misschien een andere kerk. Omdat ik geen ander religieus alternatief had, stemde ik in met zijn voorwaarde. Kort daarna zijn we getrouwd. Ik realiseerde me dat ik niet in staat zou zijn om een kind islamitisch op te voeden zonder meer over de godsdienst te weten. Dus vroeg ik aan mijn man om me les te geven. Hij bezorgde me enkele boeken: “Islam in Focus” en een ander boek van de hand van een bekeerlinge met de naam Suzanne. Er waren niet veel boeken beschikbaar in het Engels, en dus vertaalde hij ‘s avonds Arabische boeken voor mij.
Hij begon met de verhalen over de Profeten. Hij vertelde me over Noah, Ibrahiem, Dawoed, Suleiman, Youssouf. Ik besefte dat die verhalen erg leken op de verhalen over Noah, Abraham, David, Salomo en Jozef. Het waren dezelfde Profeten. Ik wilde meer te weten komen. Het was het verhaal van Ishaaq (Isaak) en Ishmaïl (Ismaël) dat me raakte. Wat ik nog van de Bijbel wist, is dat God Abraham had beloofd dat zijn zonen leiders van grote naties zouden worden. Hij zou dat verbond waar maken met Isaak, maar aan Abraham beloofde Hij:
“Maar ook uw verzoek betreffende Ishmaïl verhoor Ik. Ik zal hem zegenen, hem vruchtbaarheid geven en hem zeer talrijk maken. Twaalf vorsten zal hij verwekken en een groot volk zal Ik van hem maken.” (Genesis 17:20)
Nadat Sarah Isaak op de wereld had gezet, kreeg Abraham van God de opdracht om zijn slavin Hagar en haar zoon Ishmaïl naar de woestijn te brengen. Ik wist dat er een bron was ontstaan, maar daar eindigde het verhaal. Zelfs als jong meisje had ik me al afgevraagd waarom God Abrahams dierbare zoon de woestijn in zou sturen om hem en zijn moeder daar achter te laten. Wat was er toch met hen gebeurd? Het leek me altijd dat het verhaal niet àf was.
Mijn man legde me uit dat IbrahIem verschillende keren terugkeerde naar die plek. Het was de Bekka-vallei, die we nu kennen als Mekka. De bron die daar is ontstaan bestaat nu nog en wordt Zamzam genoemd. Dan vertelde hij me dat Profeet Muhammad (vrede en zegeningen zijn met hem) een afstammeling van Ishmaïl was. Mijn hart sloeg een slag over. Natuurlijk had God Zijn belofte waar gemaakt! Toen ik voor het eerst had gehoord dat Muhammad ﷺ de Profeet van de Islam was, dacht ik dat hij zomaar een man was. Nu wist ik dat hij een nakomeling van Abraham was, en van de profeten die uit hem zijn voortgekomen. God hield Zich aan Zijn belofte aan Abraham. Ik las de biografie van de Profeet ﷺ en ging van hem houden en hem bewonderen. Ik zag in dat de Islam de waarheid was. Het klopte als een bus. Maar tegelijk leek de Islam me ook moeilijk. Ik zou nooit in staat zijn al die gebeden te verrichten, te vasten en hoofddoek te dragen. Ik geloofde niet dat ik het zou kunnen, en dus zette ik aanvankelijk ook niet de stap. Trouwens, wat zou mijn familie zeggen? Hoe zouden zij reageren? Ik verzette me tegen het gevoel in mij dat steeds sterker werd.
Enkele maanden later maakte één van de vrienden van mijn echtgenoot een opmerking: “Ben je nog altijd geen moslim? Waar wacht je op?” Ik zei hem dat ik nog niet had beslist, al wist ik diep in mijn hart wel beter. Hij vroeg me wat er zou gebeuren als ik morgen zou sterven. Ik antwoordde dat ik dan allicht naar de hel zou gaan. “Is het echt zo gemakkelijk om zoiets te zeggen?” vroeg hij. Het klonk inderdaad akelig, maar ik was te trots om het toe te geven. Ik wist dat ik de knoop moest doorhakken. Er gebeurde iets waaruit duidelijk het goede karakter van mijn man bleek. Dat moment heeft mijn leven veranderd. De moslims die ik via mijn man had leren kennen, hoorden tot de fijnste mensen die ik ooit heb ontmoet. Waar wachtte ik nog op? Ik belde hem en droeg hem op in de moskee te vragen of ik mijn Shahada mocht afleggen. Dat deed ik dan ook de volgende vrijdag.
De dag waarop ik moslim werd, voelde ik zowel enorme vreugde als angst. ik was gelukkig met de richting die ik in mijn leven insloeg door me te bekeren tot de Islam. Tegelijk was ik bang voor het onbekende dat me te wachten stond. Die dynamiek zou nog een tijdje aanhouden, terwijl ik verder naging wat de voor- en nadelen waren van mijn bekering en terwijl ik steeds meer bij leerde. Ik slaagde erin om vanaf de eerste dag de Hijab te dragen. Voor mij was dat het bewijs dat ik een gelovige was. Mijn man leerde me bidden en verder heb ik me door de rest heen geworsteld.
Ik kreeg uitdagingen te verwerken, maar ik heb het gevoel dat God altijd zorg voor me heeft gedragen en me enorm heeft gezegend. En de Islam is daarvan de grootste zegen.
De aanpassing aan een nieuwe godsdienst was niet gemakkelijk. Het eerste jaar had ik het moeilijk met vasten, maar mettertijd ging het steeds beter. Soms kwam ik een Hadieth of een Ayah tegen die me vreemd leek. Waarom zou God Zich bijvoorbeeld druk maken over de vraag of ik al dan niet mijn wenkbrauwen epileer? Het leek zo raar om dat te verbieden. Hoewel dàt een correcte onderrichting van Profeet Muhammad ﷺ (Hadieth genaamd) is, ontdekte ik dat andere onderrichtingen soms slecht waren vertaald. Daaruit leerde ik hoe belangrijk het is om altijd terug te gaan naar de originele Arabische tekst wanneer je naar de Koran en de Hadieths kijkt. Het kostte me ook wat tijd om beter inzicht te krijgen in de vrouwenrechten en in hoe vaak Gods wetten zich richten op wat goed is voor de groep of de hele samenleving. Op het eerste zicht zou je bij het erfrecht denken dat het discriminerend is wanneer de vrouw slechts de helft krijgt van wat haar broer erft. Dan besef je dat het geld van een vrouw voor haar alleen is en dat ze niet verplicht is om dat geld aan iemand anders uit te geven dan aan zichzelf. Terwijl haar broer niet alleen verantwoordelijk is voor zijn eigen gezin, maar ook voor zijn moeder, zijn zussen, zijn tantes en andere vrouwelijke verwanten. Dan begrijp je wel wie er ècht meer heeft geërfd. Wanneer mijn man op bezoek gaat in zijn dorp, deelt hij altijd omslagen uit aan zijn tantes en nichtjes, en aan iedereen die wees of weduwe is. Met die verantwoordelijkheden heb ik als vrouw niets te maken en ik zal er ook niet voor ter verantwoording worden geroepen. Het duurde wel even voor ik dat begreep.
Mijn familie heeft mijn beslissing aanvaard, maar ze bleven het er moeilijk mee hebben. In de Verenigde Staten hebben we vrijheid van godsdienst, maar het blijkt soms moeilijk om te aanvaarden dat mensen effectief van geloof veranderen. Bovendien kom ik uit een volledig blanke christelijke gemeenschap, waar diversiteit wordt ervaren als vreemd en ongemakkelijk. Ze voelden zich verlegen wanneer ik in hun bijzijn de Hijab droeg. Ze wisten niet wat dat moslim worden met mij zou doen en dachten dat ik het leven dat we samen hadden gekend verwierp. Na een tijdje merkten ze dat de Islam van mij een betere zus, dochter en moeder had gemaakt. Ze beseften ook dat de negatieve berichtgeving over de Islam niet altijd accuraat is. Het gaat nu veel beter.
Eens we waren afgestudeerd aan de universiteit, zijn mijn man en ik verhuisd naar het Midden-Oosten. Daar hebben we bijna dertig jaar gewoond. We kregen te maken met uitdagingen om ons aan te passen aan een leven in het buitenland terwijl we onze zeven kinderen opvoedden. Maar ik voel dat God altijd voor ons heeft gezorgd en ons met zoveel heeft gezegend. En de Islam is daarvan de grootste zegening.