Alle moslims hopen dat ze hun eeuwige leven in de hemel (Jennah) zullen doorbrengen, maar velen zullen tekort schieten. Ongelovigen en misdadigers belanden op een andere bestemming: de Hel (Jahannam). De Koran bevat heel wat waarschuwingen en beschrijvingen van de ernst van deze eeuwige straf.
Laaiend Vuur
De Hel wordt in de Koran consequent beschreven als een laaiend vuur, “gevoed door mensen en stenen”. Daarom wordt ze vaak ook “hellevuur” genoemd.
“… vrees dan het vuur dat door een brandstof gevoed wordt dat uit mensen en stenen bestaat, zij is gereed gemaakt voor de ongelovigen.” [Edele Koran 2:24]
“…. En de hel is voldoende om hen te verbranden. Zeker! Degenen die niet in Onze Tekenen geloven, zullen Wij in het vuur verbranden… Waarlijk, Allah is Almachtig, Alwijs.” [Edele Koran 4:55-56]
“Maar voor degene wiens weegschaal licht weegt. Zijn toevlucht is de Hel. En wat laat jou weten wat zij is? Dat is een laaiend Vuur!” [Edele Koran 101:8-11]
Vervloekt door Allah
De zwaarste straf voor de ongelovigen en misdadigers zal het besef zijn dat ze hebben gefaald. Ze hebben de leiding en waarschuwingen van Allah naast zich neergelegd en hebben daarmee Zijn woede verdiend. Het Arabische woord Jahannam betekent “een donkere storm” of “een strenge uitdrukking”. Beide illustreren de ernst van deze straf. De Koran zegt:
“Waarlijk, degenen die ongelovig zijn en sterven als zij ongelovig zijn, op hen ligt de vloek van Allah en van de engelen en mensheid samen. Zij zullen daarin verblijven en hun bestraffing zal niet verlicht worden, noch zal hun uitstel worden verleend.” [Edele Koran 2:161-162]
“Dit zijn degenen die Allah vervloekt heeft. En wie door Allah vervloekt is: voor hem vind je nooit een helper.” [Edele Koran 4:52]
Kokend water
Gewoonlijk brengt water verlichting en dooft het vuur. Het water in de Hel is echter anders.
“… Voor degenen die ongelovig zijn zal er kleding van vuur uitgesneden worden, kokend water zal over hun hoofden uitgegoten worden. Daarmee zal alles wat in hun buiken is smelten of verdwijnen, en ook (hun) huiden. En voor hen zijn er kromme ijzeren staven. Iedere keer als zij daarvan weg proberen te komen, uit leed, worden zij daartoe terug gedreven en (er zal) tegen hen gezegd worden: ‘Proef de bestraffing van het branden!’” [Edele Koran 22:19-22]
“Vóór hen ligt de Hel. En hij wordt gedwongen om kokend water te drinken.” [Edele Koran 14:16]
“Zij zullen daar tussen kokend heet water dolen.” [Edele Koran 55:44]
De Zaqqoemboom
Terwijl de beloningen van de hemel overvloedig vers fruit en melk omvatten, zullen de bewoners van de Hel moeten eten van de Zaqqoemboom. Zo beschrijft de Koran hem:
“Is dit een betere ontvangst, of de Zaqqoemboom (in de Hel)? Waarlijk, Wij hebben het als een beproeving voor de onrechtvaardigen gemaakt. Waarlijk, het is een boom die wortelt in de bodem van het Hellevuur. De uitgroeisels ervan zijn zoals (lelijke) duivelskoppen. Waarlijk, zij zullen daarvan eten en hun buiken mee vullen. Bovendien zullen zij kokend water te drinken krijgen. Dan daarna, waarlijk, zullen zij naar het laaiende vuur van de Hel terugkeren.” [Edele Koran 37:62-68]
“Waarlijk, de Zaqqoemboom zal het voedsel voor de zondaren zijn. Als kokende olie zal het in hun buiken komen. Als kokend, verzengend water.” [Edele Koran 44:43-46]
Geen herkansing
Wanneer ze in het Hellevuur worden gesleept, zullen velen meteen berouw hebben van de keuzes die ze tijdens hun leven hebben gemaakt. Ze zullen smeken om een tweede kans. De Koran waarschuwt deze mensen:
“En degenen die volgden zeiden: ‘Was er voor ons nog maar één keer kans…’ Zo laat Allah hen hun daden zien, als een bron van spijt voor hen. En zij zullen het Vuur nooit verlaten.” [Edele Koran 2:167]
“Waarlijk, als degenen die ongelovig zijn, alles op aarde zouden hebben en nog evenzoveel daarbij om een losgeld voor zichzelf te betalen tegen de bestraffing op de Dag der Opstanding, het zou niet van hen aanvaard worden, en voor hen zal er een pijnlijke bestraffing zijn. Zij hopen het Vuur te verlaten, maar zij kunnen daar nooit uit en voor hen is er een altijd durende bestraffing.” [Edele Koran 5:36-37]