Moslims geloven in een leven na de dood. Ze geloven dat voor iedereen bij zijn overlijden de deur naar het volgende leven open gaat.
Allah (God) zegt in de Koran:
“En vrees de dag waarop jullie tot Allah worden teruggebracht. Dan zal elke ziel beloond worden voor wat hij heeft verdiend en zij zullen niet onrechtvaardig behandeld worden.” [Edele Koran 2:281]
“Iedereen zal de dood proeven. En jullie zullen het (volledige) resultaat pas ondervinden op de Dag der Opstanding. En al wie van het vuur wordt weggehouden en het Paradijs wordt toegewezen, zal slagen. Het wereldse leven is slechts de genieting van een waandenkbeeld.” [Edele Koran 3:185]
De meesten van ons weten dat de dood de enige zekerheid in het leven is. Wie of waar je ook bent, uiteindelijk haalt de dood je in. De Koran is hierover duidelijk:
“Waar jullie ook zijn, de dood zal jullie overmannen, zelfs al hebben jullie een machtig en hoog fort gebouwd!” [Edele Quran 4:78]
Geloven in het leven na de dood vormt één van de zes pijlers van het islamitische geloof. Het is ook een voorwaarde om moslim te worden, zoals we lezen in de Koran:
“O, jullie die geloven! Geloof in Allah en Zijn Boodschapper, en het Boek wat Hij aan Zijn Boodschapper heeft neergezonden, en aan het Boek wat Hij aan degenen voor (hem) heeft neergezonden. En iedereen die niet in Allah en Zijn Engelen, Zijn boeken, Zijn Boodschappers en de Laatste Dag gelooft, is zeker ver afgedwaald.” [Edele Koran 4:136]
Ook in de uitspraken van de Profeet Muhammad (vrede en zegeningen zijn met hem) vinden we dit terug. Hij heeft over de heropstanding gezegd:
“… (en) Allah zal water uit de hemel neer zenden, en de doden zullen opschieten zoals gewassen groeien…” (Bukhari 4935)
Het geloof in het leven na de dood is uiterst belangrijk voor de moslims. Ze geloven erin omdat Allah hen erover heeft verteld. Het helpt hen bovendien om hun gedrag en alles wat ze doen in dit leven te verbeteren.
Dit geloof geeft de eenvoudigen en de verdrukten hoop en uitzicht op een hogere vorm van gerechtigheid, waaraan niemand ontsnapt. Het wekt godsvrees in de gelovigen, omdat ze beseffen dat er een dag komt waarop God over de mensen zal oordelen op basis van hun geloof en hun daden.
Het herinnert moslims er voortdurend aan dat ze moeten nadenken bij alles wat ze doen. Ze zullen er op de Dag des Oordeels verantwoording voor moeten afleggen.
We vinden een prachtig voorbeeld hiervan in wat ‘Umar ibn Abd Al-’Aziz heeft gezegd. Hij was één van de heersers van het islamitische rijk en de achterkleinzoon van één van de eerste volgelingen van Profeet Muhammad ﷺ. Toen een man hem uitschold, heeft hij daar volgens de overlevering als volgt op gereageerd:
“Als er geen Dag des Oordeels was geweest, dan had ik je van antwoord gediend.”
De moslims zijn niet de enigen die geloven in een leven na de dood. Ook andere godsdiensten hebben een dergelijk concept, hoewel ze over de precieze aard van dat leven na de dood wel van mening verschillen.
Zo geloven de joden bijvoorbeeld in een leven na de dood dat ook een fysieke heropstanding van de doden inhoudt, terwijl andere godsdiensten in reïncarnatie geloven.
De christenen geloven net als de moslims in de Dag des Oordeels, in het Paradijs en de Hel, maar verschillen dan weer van mening over de details van de verschillende fases. Anderzijds geloven boeddhisten en hindoes niet in een fysieke heropstanding, maar enkel in de spirituele wedergeboorte van de ziel.
Wat we hieruit onthouden is dat het geloof in een leven na de dood een fundamenteel aspect van het islamitische geloof is. Het bekleedt een centrale plek in de geest van een moslim. Voor een moslim iets doet, vraagt hij of zij zich namelijk af af of die daad hem in zijn volgende leven zal schaden of baten.