Sommigen begaan de vergissing te denken dat Allah de God van de moslims is. Er zijn er zelfs die beweren dat Allah een Arabische maangod is. Allah is echter simpelweg het Arabische woord voor God. Elke taal heeft een eigen woord voor God, en het Arabisch vormt daarop geen uitzondering. Mocht je hier nog aan twijfelen, bekijk dan een Arabische vertaling van de Bijbel en je zal merken dat die Bijbel het woord Allah gebruikt voor God.
Het Arabisch is een semitische taal, net als het Hebreeuws (de taal van de Torah) en het Aramees (de taal van Jezus, vrede zij met hem). Je merkt dan ook dat in die talen het woord voor God erg lijkt op het Arabische woord Allah. Het Hebreeuws voor God is El of Eloh, en in het Aramees is dat Elah of Elaha. Wanneer Mozes en Jezus (vrede zij met hen) dus over God spraken, gebruikten ze een woord dat bijna klinkt zoals Allah. Zo zie je maar dat Allah dezelfde God is, de Schepper van het Universum, bemind en aanbeden door àl Zijn Profeten.
“Hij is Allah, de Schepper, de Ontdekker van alle zaken, de Vormer. Aan Hem behoren de Beste (Schone) Namen.” [Edele Koran 59:24]
Slechts een klein percentage van de moslims heeft Arabisch als eerste taal. Toch gebruiken de moslims overal ter wereld hetzelfde woord voor God: Allah.
Waarom gebruiken die moslims niet gewoon het woord voor God uit hun eigen taal? Eén van de redenen hiervoor is dat het een band schept, aangezien de Koran in het Arabisch werd geopenbaard en de moslims verschillende keren per dag dat Arabisch gebruiken in hun gebeden. Waar we ook vandaan komen, wat onze eigen taal ook is, “Allah” is dat éne woord dat we allemaal begrijpen.
Er is dus niets mis mee als je een ander woord voor God gebruikt. Toch hebben de meeste moslims de gewoonte om het woord Allah te gebruiken. Velen verkiezen het zelfs boven het woord uit hun eigen taal. De belangrijkste reden waarom ze “Allah” verkiezen ligt aan de unieke eigenschappen van het woord.
Laten we het woord in het Nederlands bekijken: God. We schrijven het met hoofdletter G en daardoor weten we dat het hier gaat om de Ene Ware God. Maak er een kleine g van, en je kan datzelfde woord gebruiken voor Zeus, Ganesh, Thor of wat het ook is dat mensen aanbidden. Omdat je in de gesproken taal het verschil tussen hoofdletter en kleine letter niet hoort, weet je dus ook niet of er sprake is van God of god. Je kan er “-en” aan toevoegen om er een meervoud van te maken, en met “-in” maak je het vrouwelijk.
Het Arabisch heeft echter twee verschillende woorden voor God en god. Het woord voor god is “ilah” en het woord voor God is “Allah”. Bovendien is de naam “Allah” heel anders dan andere Arabische woorden. Het heeft namelijk geen meervoudsvorm en ook geen vrouwelijke. Wanneer je dus “Allah” zegt, zijn er geen misverstanden mogelijk. Je hebt het niet over een van de vele goden, maar over de Ene en Enige God. Je hebt het niet over een man of een vrouw, maar over de Schepper van de mannen en de vrouwen, over de god-met-hoofdletter-G.
“En de Mooiste Namen behoren toe aan Allah.” [Edele Koran 7:180]