Astronomie
Moslims hebben altijd een speciale interesse gehad voor astronomie. De maan en de zon zijn van groot belang in het dagelijkse leven van elke moslim. Aan de hand van de maan bepalen de moslims het begin en einde van de maanden in hun maankalender. Aan de hand van de zon berekenen de moslims de tijden voor gebed en vasten. Astronomie helpt moslims ook de richting bepalen van de Qibla, richting de Kaaba in Mekka, voor het gebed te bepalen. De meest precieze zonnekalender, die superieur is aan de juliaanse kalender, is de Jalali kalender, ontworpen onder toezicht van Omar Khayyam.
De Koran bevat talrijke verwijzingen naar astronomie, o.a.:
En Hij is Degene Die de nacht en de dag geschapen heeft, en de zon en de maan, allen bewegen in een baan. [Edele Koran 21:33]
Deze verwijzingen en het gebod om te leren inspireerden de vroegere islamitische geleerden om de hemelen te bestuderen. Zij vulden de vroegere werken van de Indiërs, Perzen en Grieken aan tot een nieuwe synthese.
De Almagest van Ptolemaeus (de titel die we vandaag de dag kennen is eigenlijk Arabisch) werd vertaald, bestudeerd en bekritiseerd. Dat er veel nieuwe sterren werden ontdekt zien we aan hun Arabische namen: Algol, Deneb, Betelgeuze, Rigel, Aldebaran. Astronomische tabellen werden samengesteld, waaronder de Tabellen van Toledo, die gebruikt werden door Copernicus, Tycho Brahe en Kepler.
Ook werden er almanakken samengesteld, ook weer een Arabische term. Andere termen vanuit het Arabisch zijn: Zenit, nadir en azimut.
De moslim-astronomen waren de eersten die observatoria hebben opgericht, zoals die in Maragheh (Perzië), gebouwd door Hulagu, de kleinzoon van Djengis Khan. Bovendien waren zij het die instrumenten zoals de kwadrant en de astrolabium hebben uitgevonden. Dat leidde niet alleen tot vooruitgang in de astronomie, maar ook in oceanische navigatie, maar heeft ook bijgedragen tot het Europese tijdperk van expedities.
Geografie
Moslimgeleerden besteedden veel aandacht aan geografie. In feite kwam hun grote interesse voor geografie voort uit hun religie.
De Koran moedigt de mens aan de hele wereld te bereizen, om overal Gods tekenen en ontwerpen te zien. De Islam vereist ook dat elke moslim op zijn minst over voldoende geografische kennis beschikt om de richting van de Qibla (positie van de Kaaba in Mekka) te kunnen bepalen, wat nodig is om vijf keer per dag te kunnen bidden.
Moslims hadden ook de gewoonte om lange reizen te maken om handel te drijven, maar ook om de Hadj te verrichten en hun religie te verspreiden. Het wijdverbreide islamitische rijk stelde wetenschappelijke onderzoekers in staat om een grote hoeveelheid aan geografische en klimatologische informatie te verzamelen, van de Atlantische tot aan de Stille Oceaan.
Ibn Khaldoun en Ibn Battuta horen bij de meest bekende namen op het gebied van geografie, zelfs in het Westen, en zijn befaamd om hun schriftelijke verslagen over hun extensieve ontdekkingsreizen.
In 1166 heeft Al-Idrisi, de welbekende moslimgeleerde die aan het Siciliaanse Hof diende, zeer nauwkeurige kaarten geproduceerd, inclusief een wereldkaart met alle continenten, bergen, rivieren en bekende steden. Al- Muqdishi was de eerste geograaf die accurate kaarten in kleur maakte.
Spanje werd onder het vaandel van de Islam langer dan 700 jaar door de moslims geregeerd. In de 15 de eeuw van de gregoriaanse kalender lag de islamitische zetel in Spanje en hadden de moslims onderwijscentra opgezet die destijds wereldwijd werden gerespecteerd. Er waren geen “Donkere Middeleeuwen” voor de moslims en degenen die met hen in Spanje leefden, zoals de rest van Europa die meemaakte. In januari 1492 heeft islamitisch Spanje zich onder koning Ferdinand en koningin Isabella overgegeven aan het katholieke Rome. In juli van datzelfde jaar hielpen moslims Christoffel Columbus om naar het Caraïbische Zuiden van Florida te navigeren, met behulp van hun instrumenten.
Het was vooral door de hulp van de moslim zeevaarders en hun uitvindingen dat Ferdinand van Magellaan (Portugees: Fernão de Magalhães) in staat was om voorbij de Kaap de Goede Hoop te varen. Ook Vasco da Gama en Columbus hadden navigatie-officieren aan boord van hun schepen die moslim waren.
De mensheid
Kennis opdoen is verplicht in de Islam voor elke moslim; man en vrouw. De belangrijkste bronnen van de Islam, de Koran en de Soennah (Profeet Muhammads tradities, vrede en zegeningen zijn met hem) moedigen de moslims aan om kennis op te doen en ontwikkelde mensen te zijn, omdat dit de beste manier is voor de mens om Allah (God) te kennen, Zijn wonderbaarlijke scheppingen te waarderen en er dankbaar voor te zijn.
Moslims zijn altijd al enthousiast geweest om kennis op te doen, zowel religieuze als seculiere. Al na een paar jaar van Muhammads missie, kwam er een geweldige beschaving op, die een bloeitijd meemaakte. Het resultaat ervan is te zien in de verspreiding van islamitische universiteiten; Al-Zaytouna in Tunis, en Al-Azhar in Caïro gaan meer dan duizend jaar terug en zijn de oudste bestaande universiteiten in de wereld. In feite zijn dit de modellen geweest voor de eerste Europese universiteiten zoals Bologna, Heidelberg en Sorbonne. Zelfs de bekende academische baret en toga komen oorspronkelijk van Al-Azhar universiteit.
Moslims hebben grote vooruitgang geboekt in vele verschillende velden, zoals geografie, natuurkunde, scheikunde, wiskunde, geneeskunde, farmacologie, architectuur, talen en astronomie. Algebra en de Arabische cijfers werden door moslimgeleerden in de wereld geïntroduceerd. De hoekmeter (astrolabium), het kwadrant en andere navigatie-instrumenten en mappen werden ontwikkeld door moslimgeleerden. Ze speelden een belangrijke rol in de ontwikkeling van de wereld, met name in Europa’s tijdperk van ontdekkingen.
Moslimgeleerden hebben de oude beschaving bestudeerd, van Griekenland en Rome tot China en India. De werken van Aristoteles, Ptolemaeus, Euclides en anderen werden vertaald in het Arabisch. Moslimgeleerden en -wetenschappers voegden daarna hun eigen creatieve ideeën, ontdekkingen en uitvindingen toe. Uiteindelijk zonden ze deze nieuwe kennis naar Europa, wat een rechtstreekse aanleiding tot de Renaissance is geworden. Vele wetenschappelijke en medische verhandelingen door moslims zijn, vertaald in het Latijn, uitgegroeid tot standaardteksten en naslagwerken tot in de 17 de en 18 de eeuw.
Wiskunde
Moslim-wiskundigen blonken uit in meetkunde, zoals we kunnen zien in hun grafische kunst, en het was de grote Al-Biruni die van trigonometrie een afzonderlijke tak van wiskunde maakte. Hij blonk tevens uit op het gebied van biologie, geologie en mineralogie. Andere moslim-wiskundigen hebben belangrijke vooruitgang geboekt in de getaltheorie.
Het is interessant te vermelden dat de Islam de mensheid aanspoort om het universum te bestuderen en te verkennen. De Koran zegt bijvoorbeeld:
Wij zullen hun Onze Tekenen laten zien, aan de horizonten en in jullie zelf, tot het jullie duidelijk zal zijn dat hij (de Koran) de Waarheid is. Is het niet voldoende dat jouw Heer Getuige over alle zaken is? [Edele Koran 41:53]
Deze aanmoediging om te verkennen en te zoeken wekte de interesse van de moslims voor astronomie, wiskunde, scheikunde en andere wetenschappen. Zij hadden een zeer duidelijk en goed begrip van de overeenkomsten tussen geometrie, wiskunde en astronomie.
De moslims hebben het symbool voor nul uitgevonden, het woord “cijfer” komt van het Arabische sifr en zij organiseerden de cijfers in een decimaal systeem: het decimale talstelsel of tientallige talstelsel. Daarnaast hebben zij het symbool om een onbekend aantal weer te geven uitgevonden, met variabelen zoals x.
De eerste grote moslim wiskundige, Al-Khawarizmi, heeft het studiegebied algebra (al-Djabr) uitgevonden. Dit werd verder uitgewerkt door anderen, met name door Omar Khayyaam. Al- Khawarizmi’s werk bracht, in de Latijnse vertaling ervan, de Arabische cijfers samen met wiskunde naar Europa via Spanje. Het woord “algoritme” is afgeleid van zijn naam (het is een combinatie van het Latijnse woord algorismus, genoemd naar Al-Khawarizmi, en het Griekse woord arithmos, wat “cijfer” betekent).
Geneeskunde
In de Islam is het menselijk lichaam een bron van waardering, omdat het een schepping is van de Almachtige God (Allah). Hoe het functioneert, hoe je het schoon en veilig moet houden, hoe je aanvallen van ziektes kan voorkomen of hoe je deze ziektes kan genezen, waren belangrijke zaken voor moslims.
Ibn Sina (gestorven in 1037) beter bekend in het Westen als Avicenna, was misschien wel de grootste arts tot het moderne tijdperk. Zijn bekende boek, Al Qanoen fi al-Tibb, is langer dan 700 jaar een standaard leerboek gebleven, zelfs in Europa. In het Oosten wordt Ibn Sina’s werk nog steeds bestudeerd en vertrouwd.
Profeet Muhammad ﷺ zelf spoorde de mensen aan “om medicijnen te nemen voor jullie ziektes,” want de mensen waren in die tijd terughoudend om dat te doen. Hij ﷺ heeft ook gezegd:
“God heeft geen ziekte geschapen zonder dat er een genezing voor is, behalve voor ouderdom. Wanneer het tegengif is toegepast, zal de patiënt met toestemming van Allah genezen.”
Omdat de religie het niet verbood, gebruikten moslimgeleerden menselijke kadavers om anatomie en fysiologie te bestuderen. Zo gaven zij hun studenten inzicht in de manier waarop het menselijk lichaam functioneert. Deze proefondervindelijke studie heeft ervoor gezorgd dat de chirurgie zich snel kon ontwikkelen.
Al-Razi, bekend in het Westen als Rhazes of Rasis, de bekende arts en wetenschapper, (gestorven in 932) was tijdens de Middeleeuwen een van de grootste artsen ter wereld. Hij benadrukte het belang van proefondervindelijke observatie en klinische geneeskunde en was ongeëvenaard als diagnosticus. Ook schreef hij een verhandeling over de hygiëne in ziekenhuizen. Abul-Qasim Al-Zahravi (Abulcasis) was een zeer beroemde chirurg in de 11 de eeuw, die in Europa bekend werd door zijn werk Kitab al-Tasrif (Abulcasis on surgery and instruments).
Andere belangrijke bijdragen werden geleverd aan de farmacologie, zoals Ibn Sina’s Kitab al Shifa’ (Boek der genezing) en aan de volksgezondheid. Elke grote stad in de islamitische wereld had een aantal uitstekende ziekenhuizen. Sommige daarvan waren academische ziekenhuizen en vele daarvan waren gespecialiseerd in bepaalde ziektes, inclusief psychische en emotionele. De Ottomanen stonden vooral bekend om het bouwen van ziekenhuizen en om het hoge niveau van hygiëne dat in die ziekenhuizen werd nageleefd.