Wie was Jezus?
Jezus onderwees dezelfde eeuwige boodschap die alle boodschappers van God hebben onderwezen, vanaf Adam, over Noah, Abraham, Mozes en eindigend met de missie van Gods laatste wegwijzer voor de mensheid, Muhammad (vrede zij met hen allen), wiens komst Jezus zelf heeft aangekondigd.
Sommige mensen zeggen dat Jezus een Profeet was, anderen noemen hem een god, terwijl nog anderen zeggen dat hij een zeer wijze man was. Maar, wat ook jouw idee is, een ding blijft zeker: hij was geen gewone man.
Jezus leefde ongeveer 2.000 jaar geleden in het vroegere Palestina, toen het Romeinse Rijk op zijn hoogtepunt was. Hij werd niet op de normale manier verwekt, maar werd in de baarmoeder van een jonge vrouw, Maria, geplaatst. God beval simpelweg: “Word” en hij was. In deze zin was hij “een woord” van God en een speciaal teken voor de mensheid. In feite was hij de laatste in een lange rij van religieuze gidsen die naar de Joden werden gezonden.
Maria, de gezegende
Maria was een rechtvaardige vrouw. Haar moeder wijdde haar toe aan de dienst van God, zelfs nog voor haar geboorte. Als kind leefde zij een leven dat werd gekenmerkt door gezondheid en rechtschapenheid, waar anderen vol bewondering naar opkeken. Zij werd opgevoed door de wijze Zacharias, die haar een mooi gevoel van geloof in God bijbracht. Toen ze een jonge vrouw was geworden, trachtte Maria zichzelf nog meer te zuiveren voor haar Heer. Wetende dat de drukte van het stadsleven haar kon afleiden, trok zij zich terug van haar volk in een heiligdom in het oosten. Daar kon zij in afzondering en vrede mediteren. Plotseling, op een dag die niet verschillend leek van de andere, bezocht een engel van God haar, vermomd in de vorm van een mens. Bang van zo’n vreemde verschijning, bad Maria om bescherming, maar het vreemde wezen stelde haar gerust en verklaarde dat hij een boodschapper van de Heer was om de blijde boodschap van een volmaakte zoon aan te kondigen. Maria vroeg verbijsterd hoe dit mogelijk was, aangezien geen enkele man haar ooit had aangeraakt. Maar de engel antwoordde: “Jouw Heer zegt: ‘Dat is makkelijk voor mij’…” Toen ze echter het kindje in zich voelde, vluchtte zij weg uit haar heiligdom uit angst voor wat haar familie zou doen of zeggen wanneer zij het nieuws hoorden. Maria zou echter geen ontberingen meemaken. Toen zij in haar wanhoop God smeekte om vergetelheid, kalmeerde een stem haar en vond zij schaduw en een koele bron. Ze richtte haar verblijf in onder een dadelpalm, in de warmte van de nazomer, en daar schonk zij het leven aan het kind dat op geen enkel ander kind in de menselijke geschiedenis leek.
Kort daarna keerde Maria terug naar haar gemeenschap, terwijl zij het kind droeg dat de Messias genoemd zou worden, Jezus, en zoon van Maria. Toen de mensen haar met de baby in haar armen zagen, konden zij hun ogen niet geloven, laat staan dat ze haar op haar woord geloofden. Zij weigerden haar te geloven toen zij vertelde over een engel die kwam en haar vertelde dat zij uitverkoren was boven alle vrouwen om deze last te dragen. Zij beschuldigden haar van ontrouw en suggereerden dat zij de naam van de familie te schande had gemaakt. Maria, die overweldigd was, gebaarde vriendelijk naar het kind.
Het miraculeuze leven van Jezus
Aangezien het kind het product van een mirakel was, begonnen er zich miraculeuze dingen af te spelen. Ter verdediging van zijn moeder en van de waarheid sprak baby Jezus en zei: “Ik ben een dienaar van God. Hij heeft mij de Schrift gegeven en mij tot een Profeet gemaakt. Hij heeft mij gezegend, waar ik mij ook bevind, en heeft gebed en liefdadigheid tot mijn taak gemaakt voor zolang als ik leef.” Dit stelde de tegenstanders gerust.
Gedurende zijn jeugd bleef Jezus gehoorzaam aan zijn moeder en ontwikkelde hij zich snel in intelligentie, wijsheid en vroomheid. Hij verbaasde de geleerden en de mensen om hem heen bewonderden hem en waardeerden zijn talenten. Hij beweerde een teken van God te zijn en een Boodschapper voor de Israëlieten.
Zijn volk was afgedwaald van de geest van de waarheid en zij stelden hun vertrouwen in wetticisme, waarbij zij hun gevoel voor genade onder stoffige rollen en rituelen begroeven. Toen hij volwassen was, begon Jezus rond te reizen en in Palestina te prediken over de terugkeer naar de waarheid van de oude openbaringen en over het afwijzen van alles wat de mens eraan had toegevoegd. In zijn taak werd hij ondersteund door de geest van de waarheid, de engel Gabriël.
Het evangelie, zijn boodschap
Hij onderwees dat liefde en genade haat en toorn overwinnen en dat alleen een echt en oprecht geloof in de Schepper, en gehoorzaamheid aan Zijn Wens, een persoon zowel in dit leven als in het volgende geluk kunnen brengen. Om zijn boodschap, die “Evangelie” (Blijde Boodschap) wordt genoemd, kracht bij te zetten stond God hem toe wonderen te verrichten. Hij genas de zieken, troostte wie in nood verkeerde en wekte de doden op. Dit alles deed hij met de toestemming van God, zonder ooit zelf de eer ervoor op te strijken.
Hij leidde een simpel en vroom bestaan. Al snel trok hij een nauwe kring van toegewijde volgelingen aan, die ijverig en nederig naar zijn onderricht luisterden. Deze discipelen, waaronder Petrus, Barnabas en Johannes, hielpen hem de boodschap van Goddelijke Liefde aan de mensen te brengen. Zij hielpen hem bij zijn missie.
Een test van wilskracht
Maar geen enkele rechtschapen man van God blijft zonder test en beproeving. Toen de boodschap van Jezus bredere acceptatie begon te winnen, ging een kleine groep van huichelaars en kwaadwillenden plannen tegen hem beramen. Het waren de priesters en leiders van de Joden, wiens positie en rijkdom afhingen van hun functie als de enige uitleggers van de godsdienst aan de menigten. Zij vervolgden hem en zijn volgelingen en namen hem uiteindelijk gevangen. Alhoewel zij hem mishandelden, verloochende hij nooit zijn geloof in de enige God. In hun woede vatten zij dan maar het plan op om hem aan een Romeins kruis te kruisigen.
Maar Jezus ontsnapte op het laatste moment uit hun greep, terwijl zij de hele tijd dachten dat het hun was gelukt. Zij waren er zeker van dat zij hem hadden vermoord, maar God verhoorde Jezus’ gebed en redde hem van hun intriges. Verwarring overviel hen en zij hebben misschien de man die Jezus verraadde gedood. Hoe dan ook, Jezus ontsnapte aan hun greep. Toen nam God Jezus weg van deze wereld naar een andere dimensie, naar een plaats bij Hem, om pas op een later tijdstip terug te keren.
Toen hun leraar er niet meer was, probeerden de toegewijde volgelingen van Jezus de zuiverheid en eenvoud van zijn leringen te behouden. Maar al snel werden zij belegerd en overweldigd door een vloedgolf van Romeinse en Griekse invloeden, die uiteindelijk de boodschap van Jezus zo begroeven en vervormden dat er nu slechts weinig van zijn waarheid is overgebleven. Vreemde doctrines over Jezus als mens-god, over een stervende God, over heiligenverering en over een God die uit verschillende delen bestaat werden mode en werden geaccepteerd door veel mensen die zich eeuwen na Jezus “christenen” gingen noemen. De enige verslagen die ons over Jezus hebben bereikt zijn enkele oppervlakkige biografische aantekeningen, slecht onderzocht en samengesteld, die op geen enkele wijze representatief kunnen zijn voor de gehele en zuivere boodschap van Jezus, de zoon van Maria. De tijd van de laatste en onkreukbare Boodschap was nog niet aangebroken. Die zou worden toevertrouwd aan de laatste Profeet van God, Muhammad (vrede en zegeningen zijn met hem), om de waarheid te zuiveren van de menselijke toevoegingen en weglatingen.
Jezus onderwees dezelfde eeuwige boodschap die werd onderwezen door alle boodschappers van God, van Adam, via Noah, Abraham, Mozes en eindigend met de missie van de laatste gids voor de mensheid, Muhammad (vrede zij met hen allen), wiens komst door Jezus zelf werd aangekondigd.
Iedere natie en ieder volk, van de Azteken tot de Grieken, heeft een profeet of boodschapper van God ontvangen. Jezus was de laatste van een serie van boodschappers voor de Israëlieten, maar zij dwaalden steeds weer af van het pad van overgave aan God.
Hij (Iesa) zei : “Voorwaar, ik ben een dienaar van Allah. Hij heeft mij de Schrift gegeven en mij tot een Profeet gemaakt. En Hij heeft mij gezegend waar ik ook ben en Hij heeft mij bevolen de salaat te verrichten en de zakaat (te betalen), zolang ik leef.” [Edele Koran 19:30-31]
Elk van de vele Boodschappers sprak een andere taal en volgde andere gebruiken. Maar de kern van het geloof was bij ieder van hen hetzelfde: geef je onvolmaakte en wispelturige wil over aan de volmaakte wil van de Macht die groter is dan jij. Dan zul je de vrede en vrijheid vinden die alleen de Schepper van alles kan geven. Dan moet je tegenover je medeschepselen doen wat juist en goed is. Deze manier van leven wordt Islam genoemd (geef je over aan God en vind vrede).