Wat heeft hij allemaal gedaan?
Tegenwoordig spreekt bijna iedereen op aarde over Profeet Muhammad (vrede en zegeningen zijn met hem). De mensen vragen zich af: ‘Wie was hij precies?’ – ‘Wat was zijn leer?’ – ‘Waarom was hij bij sommigen zo graag gezien en door anderen zo erg gehaat?’ – ‘Heeft hij zijn beweringen waargemaakt?’ – ‘Was hij een heilige man?’ – ‘Was hij een profeet van God?’ – ‘Wat is de waarheid m.b.t. deze man, Muhammad?’ Hoe kunnen we de waarheid ontdekken en een totaal eerlijk oordeel vormen?
Laten we beginnen met de uiterst eenvoudige historische bewijzen, feiten die werden verteld en doorgegeven door duizenden mensen van wie velen hem persoonlijk hebben gekend. Het volgende steunt op boeken, manuscripten, teksten en ooggetuigenverslagen. Het zijn er veel, te veel om hier op te noemen, maar ze werden allemaal in hun oorspronkelijke vorm bewaard doorheen de eeuwen, zowel door moslims als niet-moslims.
Muhammad ibn (zoon van) Abdoellah ibn (zoon van) Abdoel Moetalib werd geboren in het jaar 570 n.C. (na Christus) in Mekka, in Felix Arabia (nu Saudi-Arabië) en stierf in 633 n.C. in Yathrib (nu Medina in Saudi-Arabië).
A. Zijn namen
Toen hij werd geboren gaf zijn grootvader Abdoel Moetalib hem de naam Muhammad. Dit betekent ‘geprezene’ of ‘prijzende’. Later werd hij ‘As-Saddieq‘ (de Waarheidslievende) genoemd door iedereen die zijn waarheidsgetrouwe en eerlijke karakter kende. Hij sprak altijd de waarheid. Hij werd ook ‘Al-Amien’ (de Betrouwbare) genoemd, door zijn integriteit en zijn trouw als hij eenmaal zijn woord had gegeven. Wanneer stammen met elkaar oorlog voerden, gaven beide kampen voor de duur van de strijd hun bezittingen in bewaring bij hem, ook al ging dat tegen hun eigen stamgenoten in, omdat ze wisten dat hij altijd zijn woord hield en hun vertrouwen niet zou schenden. Al zijn namen verwezen naar de aard van een man die werd gewaardeerd voor zijn eerlijkheid, integriteit en betrouwbaarheid. Hij was bovendien beroemd voor het feit dat hij zich inzette voor verzoening tussen families en kennissen. Hij beval zijn volgelingen om altijd de ‘banden van de baarmoeder’ te eren (tussen broers en zussen, en andere nauwe verwanten). Dit komt perfect overeen met de profetie in de Bijbel, in de hoofdstukken 14 en 16 van het Boek van Johannes, waarin de komst van een profeet wordt aangekondigd die bekend zal staan als ‘Geest van Waarheid’ of ‘Trooster’ of ‘Verdediger’.
B. Hij is geboren als een afstammeling van Abraham (vrede zij met hem) via zijn eerste zoon, Ismaël (Ismaïel in het Arabisch, vrede zij met hem), in de nobele stam van de Qoeraish, die in die tijd de leiders van Mekka waren.
Muhammads stamboom leidt direct naar Abraham.
Hierin kunnen we de vervulling zien van de profetieën in het Oude Testament (Torah), Deuteronomium 18:15, over een profeet zoals Mozes, onder “hun verwanten”.
C. Hij leefde volgens de Geboden van de Almachtige God, net als zijn voorname voorvaderen en profeten (vrede zij met hen) van lang geleden dat deden.
Hier volgt een uitspraak van Muhammad ﷺ toen de Koran aan hem werd geopenbaard door de engel Gabriël:
Zeg: “Kom, ik zal voorlezen wat jullie Heer jullie verboden heeft verklaard: dat jullie iets als deelgenoot aan Hem toekennen. Wees goed voor jullie ouders, en dood niet jullie kinderen uit (angst voor) armoede. Wij schenken voorzikarakteeningen aan jullie en aan hen. En nader niet de zedeloosheid, de openlijke noch de verborgene, en dood niet de ziel die Allah verboden heeft verklaard, tenzij volgens het recht. Dat is wat Hij jullie heeft opgedragen, hopelijk zullen jullie begrijpen.”
[Edele Koran 6:151]
D. Muhammad ﷺ leefde in totale toewijding aan zijn geloof in Eén God:
Zodoende aanbad hij God alleen, zonder enige andere ‘goden’ naast Hem. Dit is het allereerste gebod in het Oude Testament (Exodus, hoofdstuk 20 en Deuteronomium, hoofdstuk 5) en ook in het Nieuwe Testament (Marcus 12:29).
E. Muhammad ﷺ beval zijn volgelingen om te gehoorzamen aan de Almachtige God.
Hij droeg hen op de Geboden te gehoorzamen, zoals ze aan hem waren geopenbaard via de engel Gabriël door Allah, de Almachtige. Lees hierna een van de vele gelijkaardige uitspraken in de Koran:
“Allah beveelt rechtvaardigheid en het goede en het geven aan de verwanten. En Hij verbiedt zedeloosheid en het verwerpelijke en de opstandigheid. Hij onderricht jullie; hopelijk zullen jullie je laten vermanen.”
[Edele Koran 16:9]
F. Muhammad ﷺ verviel nooit in de algemeen verspreide praktijk onder zijn stamgenoten om beelden, afgoden of zelfgemaakte ‘goden’ te aanbidden.
Hij verbood zijn volgelingen om ooit iets of iemand anders te aanbidden dan de Ene Ware God (Allah) van Adam, Abraham, Mozes en alle profeten, vrede zij met hen allen.
“En degenen aan wie het Boek is gegeven raakten pas verdeeld nadat het duidelijke bewijs tot hen gekomen was. Hen werd niets anders bevolen dan Allah met zuivere aanbidding te aanbidden, als Hoenafâ. En (ook) de Salaat te verrichten en de Zakaat te geven en dat is de ware godsdienst.”
[Edele Koran 98:4-5]
Hij verachtte de valse aanbidding van door mensen gemaakte of verzonnen goden en van afbeeldingen of om het even wat tot een god gemaakt. Hij haatte alle verwikkelingen en ontaarding waartoe dit leidt.
Dit is duidelijke gehoorzaamheid aan het tweede gebod uit de bovenstaande verzen: ‘Gij zult geen afbeeldingen maken’.
G. Muhammad ﷺ heeft de Naam van God (Allah) altijd hoog geacht, hij heeft hem nooit ijdel of zonder goede reden gebruikt.
Hij verbood zijn volgelingen te allen tijde om iets in die zin te doen en moedigde hen aan namen als ‘Dienaar van de Almachtige God’ (Abdoellah) te gebruiken.
H. Muhammad ﷺ heeft de correcte aanbidding en riten gehandhaafd van zijn voorvaderen Abraham en Ismaël.
Hier volgt een deel van het tweede hoofdstuk van de Koran. Lees het aandachtig:
“En (gedenk) toen Ibrahim door zijn Heer beproefd werd met enkele woorden (geboden en verboden) die hij daarop in acht nam. Hij (Allah) zei: ‘Voorwaar, Ik zal jou voor de mensheid tot een leider maken.’ Hij (Ibrahim) zei: ‘En ook van mijn nageslacht?’ Hij (Allah) antwoordde: ‘Mijn verbond omvat de onrechtplegers niet.’
[Edele Koran 2:124]
“En (gedenk) toen Wij het Huis (de Ka’bah) tot een plaats van verzameling voor de mensheid en een plaats van veiligheid maakten . En neem de standplaats van Ibrahim tot een plaats voor de salaat. En Wij legden de plicht op aan Ibrahim en Ismaël: ‘Reinig Mijn Huis voor degenen die de ommegang (tawaaf) maken, voor hen die er verblijven (I’tikaf verrichten) en voor hen die zich buigen en die knielen (de salaat).”
[Edele Koran 2:125]
“En (gedenk) toen Ibrahim smeekte: ‘Mijn Heer, maak dit gebied tot een veilige plaats en voorzie zijn bewoners van vruchten, degenen van hen die geloven in Allah en in het Hiernamaals.’ Hij (Allah) zei: ‘En (ook) degene die ongelovig is zal ik genietingen schenken, voor een korte tijd. Daarna zal Ik hen naar de bestraffing van de Hel drijven. En dat is de slechtste plaats van terugkeer.”
[Edele Koran 2:126]
“En (gedenk toen Ibrahim de grondvesten van het Huis legde, samen met Ismaël (biddend): ‘Onze Heer, aanvaard het van ons: voorwaar, U bent de Alhorende, de Alwetende.”
[Edele Koran 2:127]
“Onze Heer, maak ons beiden tot mensen die zich overgeven aan U en (maak) onze nakomelingen tot een volk dat zich overgeeft aan U en onderwijs ons de gebruiken (van o.a. de Hadj) en aanvaard ons berouw. Voorwaar, U bent de Meest Berouwaanvaardende, de Meest Barmhartige.”
[Edele Koran 2:128]
“Onze Heer! En zend tot hen een Boodschapper van hun eigen volk, die hen Uw Verzen voordraagt en die hen het Boek (de Koran) en de Wijsheid onderwijst en die hen reinigt. Voorwaar, U bent de Almachtige, de Alwijze.’
[Edele Koran 2:129]
“En wie keert zich af van de godsdienst van Ibrahim, tenzij wie zichzelf voor de gek houdt? En voorzeker hebben Wij hem uitverkoren in de wereld, en voorwaar, hij behoort in het Hiernamaals tot de oprechten. ”
[Edele Koran 2:130]
“En (gedenk) toen zijn Heer tot hem zei: ‘Onderwerp jezelf (aan Mij).’ Hij zei: ‘Ik onderwerp mij aan de Heer der Werelden.”
[Edele Koran 2:131]
“En Ibrahim droeg aan zijn kinderen en aan Yaqoeb op: ‘O mijn kinderen, voorwaar, Allah heeft de godsdienst voor jullie gekozen, sterf daarom niet, behalve in een staat van overgave’.”
[Edele Koran 2:132]
I. Muhammad ﷺ verrichtte dezelfde religieuze rituelen als de profeten voor hem:
Neerbuigen en zich ter aarde werpen (op het gezicht vallen) in gebed en aanbidding. Hij richtte zich voor zijn gebeden naar Jeruzalem en beval zijn volgelingen hetzelfde te doen (tot Allah de engel Gabriël zond met de openbaring dat de gebedsrichting (qibla) moest veranderen, zoals vermeld in de Koran).
J. Muhammad ﷺ zette zich in voor de rechten van alle familieleden:
Vooral voor de band met de ouders (zowel moeder als vader) en ook voor de rechten van pasgeboren meisjes, weesmeisjes en heel zeker ook echtgenotes. We weten uit de Koran dat Muhammad ﷺ zijn volgelingen opdroeg hun ouders vriendelijk en met eerbied te behandelen. Hij gebood hen om zelfs niet ‘foei’ te zeggen wanneer ze voor hun bejaarde ouders zorgen. Lees dit in de Koran:
“En jullie Heer heeft bepaald dat jullie niets dan Hem alleen aanbidden, en goedheid betrachten tegenover de ouders. Als een van de twee of beiden de ouderdom bereiken in jouw aanwezigheid, zeg dan nooit ‘foei’ tegen hen, snauw hen niet af en spreek tot hen een vriendelijk woord.”
[Edele Koran 17:23]
K. Muhammad ﷺ was de verdediger van de wezen en zelfs van de pasgeboren kinderen.
Hij beval de zorg voor de wezen en het voeden van de armen als een manier om in het Paradijs te komen. En iedereen die de rechten schond van mensen die in nood verkeerden kon het vergeten om ooit het Paradijs te zien. Hij verbood ook het doden van pasgeboren meisjes, wat een onnozele gewoonte was volgens de primitieve Arabische tradities. Er wordt hiernaar verwezen in de Koran: wanneer op de Dag des Oordeels zij die deze vreselijke daad hebben gepleegd aan de kaak worden gesteld, zegt de Koran:
“En wanneer het levend begraven meisje gevraagd wordt voor welke zonde zij gedood werd (…)”
[Edele Koran 81:8]
“En degenen die ‘s nachts en overdag van hun eigendommen uitgeven, heimelijk en openlijk, voor hen is hun beloning bij hun Heer en voor hen zal er geen vrees zijn en zij zullen niet treuren.”
[Edele Koran 2:274]
L. Muhammad ﷺ beval de mannen om vrouwen niet tegen hun wil te erven:
Hij beval om hen niet te huwen tenzij met wederzijdse instemming en om niet aan hun rijkdom of erfenis te komen om hun eigen financiële status te verbeteren.
“O jullie die geloven, het is jullie niet toegestaan vrouwen tegen hun wil te erven, noch te verhinderen om wat jullie aan hen gegeven hebben mee te nemen, behalve als zij duidelijk ontucht pleegden. En behandel hen volgens de voorschriften. En wanneer jullie een afkeer van iets hebben, dan kan het zijn dat jullie een afkeer hebben van iets, terwijl Allah daarin veel goeds gelegd heeft.”
[Edele Koran 4:19]
We merken in dit vers dat hij de algemeen verspreide gewoonte verbood om vrouwen te slaan en te misbruiken (zijn eigen vrouw heeft gezegd dat hij haar niet één keer geslagen heeft). Hij heeft nooit seks gehad buiten het huwelijk, en hij heeft het ook niet goedgekeurd terwijl het gebruikelijk was in die tijd. Zijn enige relaties met vrouwen waren wettige, contractuele huwelijken met de gepaste getuigen, helemaal volgens de wet. Zijn enige relatie met Aïsha was in het huwelijk. Hij is niet met haar getrouwd toen haar vader hem voor de eerste keer haar hand aanbood. Hij huwde haar pas toen ze de puberteit had bereikt en zelf kon beslissen. Hun relatie wordt tot in het kleinste detail door Aïsha zelf op de meest liefdevolle en respectvolle manier beschreven als een droomhuwelijk. Aïsha wordt beschouwd als een van de belangrijkste islamgeleerden en eindigde haar leven zonder iemand anders te huwen dan Muhammad ﷺ. Ze heeft nooit een andere man gewild, noch uitte ze ooit ook maar één negatief woord over Muhammad ﷺ.
M. Muhammad ﷺ droeg de mannen op te voorzien in het onderhoud van de vrouwen en hen te beschermen:
Of het nu gaat om hun moeder, zus, vrouw, dochter of zelfs die van anderen – moslims of niet.
“De mannen zijn de toezichthouders over de vrouwen omdat Allah de één boven de andere bevoorrecht heeft en omdat zij van hun eigendommen uitgeven (aan de vrouwen). En de oprechte vrouwen zijn de gehoorzame vrouwen en zij waken (over zichzelf en de eigendommen) in de afwezigheid (van haar man), zoals Allah ook waakt. En wat betreft hun (echtgenotes) waarvan jullie ongehoorzaamheid vrezen: vermaant hen, (als dat niet helpt) negeert hen (in bed) en (als dat niet helpt) sla hen (licht). Indien zij jullie daarna gehoorzamen, zoek dan geen voorwendsel (om hen lastig te vallen). Voorwaar, Allah is Verheven, Groots.”
[Edele Koran 4:34]
N. Muhammad ﷺ verbood het doden van kinderen uit angst voor armoede en verbood ook het doden van onschuldige mensen.
“Zeg: ‘Kom, ik zal voorlezen wat jullie Heer jullie verboden heeft verklaard: dat jullie iets als deelgenoot aan Hem toekennen. Wees goed voor jullie ouders en dood niet jullie kinderen uit (angst voor) armoede. Wij schenken voorzieningen aan jullie en aan hen. En nader niet de zedeloosheid, de openlijke noch de verborgene. En dood niet de ziel die Allah verboden heeft verklaard, tenzij volgens het recht. Dat is wat Hij jullie heeft opgedragen, hopelijk zullen jullie begrijpen’.”
[Edele Koran 6:151]
O. Muhammad ﷺ heeft nooit overspel gepleegd.
Hij verwachtte van zijn volgelingen dat ze enkel wettige huwelijksrelaties met vrouwen aangingen en hij verbood seks buiten wat Allah de Almachtige heeft geboden.
“Zeg (O Muhammad): ‘Mijn Heer heeft slechts de zedeloosheden verboden, wat er openlijk van is en wat er verborgen van is. En de zonde en de overtreding zonder recht en dat jullie Allah deelgenoten toekennen waarvoor Hij geen bewijs heeft neergezonden en dat jullie over Allah zeggen wat jullie niet weten’.”
[Edele Koran 7:33]
“En nader niet de ontucht. Voorwaar, ontucht is een zedeloosheid en een slechte weg.”
[Edele Koran 17:32]
“De ontuchtige man trouwt niet, behalve met een ontuchtige vrouw of een veelgodenaanbidster. En de ontuchtige vrouw wordt niet gehuwd, behalve door een ontuchtige man of een veelgodenaanbidder. En dat is verboden voor de gelovigen.”
[Edele Koran 24:3])
Wat betekent dat degene die instemt met een huwelijk (een seksuele relatie) met een ontuchtpleger/ontuchtpleegster of prostitué, zelf een ontuchtpleger/pleegster is, of een moeshrik (afgod- of veelgodenaanbidder).¨
“Voorwaar, degenen die er van houden dat de (seksuele) gruweldaad (van ontucht en overspel) zich verspreidt onder degenen die geloven: voor hen is er een pijnlijke bestraffing op de wereld en in het Hiernamaals. En Allah weet, terwijl jullie niet weten.”
[Edele Koran 24:19]
“O Boodschapper, als de gelovige vrouwen tot jou gekomen zijn om trouw aan jou te zweren, (zwerend) dat zij geen deelgenoot aan Allah toekennen en niet stelen en geen ontucht plegen en hun kinderen niet vermoorden, en geen leugen verzinnen over wat tussen hun handen en hun voeten is, en dat zij jou niet in het goede ongehoorzaam zijn: aanvaard dan hun trouw en vraag voor hen vergeving aan Allah. Voorwaar, Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig.”
[Edele Koran 60:12]
In Muhammads tijd pleegden de mensen bijna overal ter wereld ontucht en overspel, maar toch deed hij het nooit en verbood hij zijn volgelingen deze boosaardige praktijk.
P. Muhammad ﷺ heeft woeker en rente op het lenen van geld verboden. Dat heeft Jezus (vrede zij met hem) eeuwen voor hem ook gedaan.
Het is gemakkelijk aan te tonen hoe woeker iemands bezit verteert en doorheen de geschiedenis economische systemen heeft vernield. Net als in de onderrichtingen van de profeten van vroeger, stelde Muhammad ﷺ dat dergelijke praktijken uiterst kwaadaardig waren en moesten worden vermeden om in vrede en overeenstemming te zijn met de Schepper (Allah).
“Degenen die van de rente eten zullen niet anders opstaan als degene die opstaat en door de Satan met bezetenheid is geslagen. Dat is omdat zij zeggen: ‘De handel is te vergelijken met rente.’ Maar Allah heeft de handel toegestaan en de rente verboden. En wie, nadat de vermaning van zijn Heer tot hem is gekomen, stopt: voor hem is wat hij al heeft, zijn zaak is aan Allah. Maar wie het herhaalt: zij zijn de bewoners van de Hel, zij zijn daarin eeuwig levenden.”
[Edele Koran 2:275]
“Allah zal de rente al zijn zegeningen ontnemen en Hij zal (de zegeningen) van de liefdadigheid vermeerderen en Hij houdt van geen enkele ondankbare zondaar.¨
[Edele Koran 2:276]
“Voorwaar, degenen die geloven en goede daden verrichten en de salaat onderhouden en de zakaat geven, voor hen zal de beloning bij hun Heer zijn. En zij zullen niet angstig zijn en zij zullen niet treuren.”
[Edele Koran 2:277]
“O jullie die geloven, vrees Allah en geef op wat er van (vragen) van rente overblijft, als jullie gelovigen zijn.”
[Edele Koran 2:278]
“En wanneer jullie (dit) niet doen: wees op de hoogte van de oorlog van Allah en Zijn Boodschapper. Maar als jullie berouwvol zijn, dan blijft het oorspronkelijke bezit voor jullie. Jullie plegen (dan) geen onrechtvaardigheid en jullie worden niet onrechtvaardig behandeld.”
[Edele Koran 2:279]
Q. Muhammad ﷺ heeft nooit gegokt en stond het ook niet toe.
Net zoals woeker neemt gokken iemands rijkdom weg, maar dan nog sneller.
“Zij vragen jou over de wijn en het kansspel. Zeg: ‘In beide is grote zonde en nut voor de mensen, maar de zonde in beide is groter dan hun nut.’ En zij vragen jou wat zij aan bijdragen moeten geven. Zeg: ‘Wat jullie kunnen missen.’ Zo maakt Hij voor jullie Zijn Tekenen duidelijk. Hopelijk zullen jullie nadenken.”
[Edele Koran 2:219]
Gokken werd niet als iets kwaadaardigs gezien tot de tijd van Muhammad ﷺ. Vandaag is de schade die het gokken veroorzaakt aan families en zelfs aan iemands geestelijke gezondheid duidelijk vastgesteld. De idee iets voor niets te krijgen is niet de correcte levenswijze die wordt voorgeschreven in de onderrichtingen van Muhammad ﷺ.
R. Muhammad ﷺ heeft nooit alcohol of sterke drank gedronken, al was dat doodnormaal voor de mensen van zijn tijd en plaats.
“O, jullie die geloven! Voorwaar, de wijn en het gokken en de afgodsbeelden en pijlen om te verloten zijn onreinheden die tot het werk van de Satan behoren. Vermijd deze (zaken) dus. Hopelijk zullen jullie welslagen!”
[Edele Koran 5:90]
“Voorwaar, de Satan wil alleen maar vijandschap en haat onder jullie veroorzaken met behulp van wijn en gokken, en door jullie af te houden van het gedenken van Allah en de salaat: houdt ermee op!”
[Edele Koran 5:91]
De Arabieren, zoals de meeste culturen in Muhammads tijd, dronken alcohol, zonder zich te bekommeren om hun gezondheid of om de invloed ervan op hun gedrag. Velen van hen waren alcoholisten.
In de wereld van vandaag is het al niet meer nodig een lange bespreking te geven van het kwaad en gevaar dat schuilt in het drinken van alcohol. Behalve het feit dat het ziekten veroorzaakt en iemands gezondheid ondermijnt, draagt alcohol ook vaak bij tot heel wat verkeersongevallen die leiden tot schade aan eigendommen, tot verwondingen en dood. Het eerste bevel was dat de volgelingen van Muhammad ﷺ niet meer dronken zouden zijn terwijl ze in aanbidding waren. Nadien kwamen striktere bevelen om het drinken helemaal op te geven. Op die manier kregen de eerste moslims de tijd om hun verslaving aan sterke drank af te bouwen.
S. Muhammad ﷺ liet zich niet in met roddel en laster, en keerde zich er steeds van af om te vermijden iets in die zin te horen.
“O jullie die geloven, als een verdorvene met een bericht komt, onderzoekt het dan nauwkeurig. Anders kunnen jullie uit onwetendheid iemand schade toebrengen, waarna jullie spijt zouden krijgen van wat jullie deden.”
[Edele Koran 49:6]
“O jullie die geloven, laat een volk niet een ander volk beledigen. Het kan zijn dat zij (die beledigd worden) beter zijn dan hen; en laat sommige vrouwen geen andere vrouwen beledigen. Het kan zijn dat zij beter zijn dan hen. En hoon elkaar niet en belaster elkaar niet met bijnamen. De slechtste naam is de verdorven (naam), na het geloof (ontvangen te hebben). En wie geen berouw toont: zij zijn de onrechtplegers.“
[Edele Koran 49:11]
“O jullie die geloven, vermijd de meest kwade vermoedens. Voorwaar, een deel van de kwade vermoedens zijn zonden. En bespioneer elkaar niet en spreek geen kwaad over elkaar in elkaars afwezigheid. Zou iemand van jullie het vlees van zijn dode broeder willen eten? Jullie zouden het zeker haten. En vrees Allah. Voorwaar, Allah is Berouwaanvaardend, Meest Barmhartig.”
[Edele Koran 49:12]
Uiteraard zouden deze onderrichtingen in de hedendaagse wereld meer dan welkom zijn, aangezien zowat iedereen zich bezighoudt met de ergste vormen van roddelen over en het beledigen van anderen, zelfs van naaste verwanten en geliefden.
T. Muhammad ﷺ was heel vrijgevig en moedigde ook anderen aan hetzelfde te doen in hun omgang met anderen.
Hij vroeg hen zelfs om anderen hun schulden kwijt te schelden in de hoop op een betere beloning van hun Heer (Allah).
“En wanneer degene die schuldig is in moeilijkheden verkeert, geef dan uitstel tot een makkelijker tijd (voor hem). En wanneer jullie het (verschuldigde) als liefdadigheid beschouwen is dat beter voor jullie, als jullie het weten. En vrees de Dag waarop jullie tot Allah teruggevoerd zullen worden: dan zal iedere ziel beloond worden voor wat zij verdiend heeft, en zij zullen niet onrechtvaardig behandeld worden.”
[Edele Koran 2:280-281]
S. Muhammad ﷺ beval het betalen van liefdadigheid aan de armen.
Hij was de verdediger en beschermer van de weduwen, wezen en noodlijdenden.
“Wat de wees betreft: beledig hem niet. En wat de bedelaar betreft: wijs hem niet af.”
[Edele Koran 93:9-10)
“(De liefdadigheid is) voor de armen die op de Weg van Allah weerhouden zijn (te werken). Zij zijn niet in staat op deze aarde te reizen (om te werken). Door hun bescheidenheid vermoedt de onwetende dat zij rijk zijn. Je herkent hen aan hun tekens: zij vragen niet van de mensen op opdringerige wijze. En wat jullie ook van het goede uitgeven, voorwaar, Allah weet ervan.”
[Edele Koran 2:273]
T. Muhammad ﷺ leerde de mensen hoe ze moeten omgaan met de meest extreme moeilijkheden en beproevingen die bij het leven horen.
Hij vond dat we de verwikkelingen en teleurstellingen van het leven enkel kunnen begrijpen en aanvaarden als we geduld oefenen en nederig blijven. Iedereen die hem kende kon niet anders dan deze deugden in hem te erkennen.
“O jullie die geloven, zoek hulp door middel van geduld en de salaat. Voorwaar, Allah is met de geduldigen.”
[Edele Koran 2:153]
U. Hij legde hen uit dat dit leven een test van Allah is:
“En wij zullen jullie zeker beproeven met iets van vrees, honger, vermindering van bezittingen, levens en vruchten. Maar geef verheugende tijdingen aan de geduldigen.”
[Edele Koran 2:155]
“Degenen die, wanneer een ramp hen treft, zeggen: ‘Voorwaar, aan Allah behoren Wij, en voorwaar, tot Hem zullen wij terugkeren’.”
[Edele Koran 2:156]
V. Muhammad ﷺ vastte dagen aan een stuk om nader tot de Almachtige God te komen en te ontsnappen aan de beperktheid van de wereldse verleidingen.
“O jullie die geloven, het vasten is jullie verplicht, zoals het ook verplicht was voor degenen vóór jullie. Hopelijk zullen jullie (Allah) vrezen.
[Edele Koran 2:183]
W. Muhammad ﷺ riep op tot het beëindigen van racisme en tribalisme (stammenconflicten) van het begin tot het einde van zijn missie.
Hij was een echte vredebrenger voor alle tijden en volkeren.
“O mensheid, Wij hebben jullie geschapen uit een man en een vrouw, en Wij hebben jullie tot volken en stammen gemaakt opdat jullie elkaar leren kennen. Voorwaar, de meest edele van jullie is bij Allah degene die het meest (Allah) vreest. Voorwaar, Allah is van alles op de hoogte, Alwetend.”
[Edele Koran 49:13]
En in een ander Koranvers:
“O mensheid, vrees jullie Heer die jullie schiep uit één enkele ziel (en die) daaruit zijn echtgenote schiep en uit hen beiden vele mannen en vrouwen deed voortkomen. En vrees Allah in wiens Naam jullie elkaar (om hulp) vragen en (onderhoud) de familiebanden. Voorwaar, Allah is de Waker over jullie.”
[Edele Koran 4:1]
X. Wat betreft het onderhouden van goede relaties en het verzoenen van mensen na een ruzie:
Zegt de Koran:
“En als twee partijen van gelovigen met elkaar in onenigheid leven, sticht dan vrede tussen hen. Als dan de ene partij de andere onrecht aandoet, bevecht dan degenen die onrecht plegen tot zij terugkeren naar het bevel van Allah. Als zij terugkeren, sticht dan vrede tussen hen met rechtvaardigheid en wees onpartijdig. Voorwaar, Allah houdt van de onpartijdigen. Voorwaar, de gelovigen zijn elkaars broeders. Sticht daarom vrede tussen jouw broeders. En vrees Allah. Hopelijk zullen jullie begenadigd worden.”
[Edele Koran 49:9-10]
Y. Muhammad ﷺ onderrichtte dat Jezus de onbevlekte ontvangenis en miraculeuze geboorte van Maria was en dat God haar verkoos boven de andere vrouwen op de wereld.
Hij benadrukte zelfs tegenover de Joden van Medina dat Jezus de Messias was, de Christus, degene die was voorspeld in de Torah (Oude Testament). Hij onderrichtte ook dat Jezus wonderen heeft verricht met de toestemming van de Almachtige God, waarbij hij melaatsen genas, blinden hun zicht terug gaf en zelfs een dode man terug tot leven wekte. En Jezus is niet gestorven, maar de Almachtige God heeft hem ten hemel opgenomen. Hij ﷺ heeft ook voorspeld dat Jezus zal terugkeren tijdens de Laatste Dagen, om de ware gelovigen te leiden naar een overwinning over het kwade en de zondaars en hij zal de Antichrist vernietigen.
Z. Muhammad ﷺ verbood elke vorm van doden:
Zelfs toen zijn volgelingen werden vermoord, tot Allah het bevel gaf zich te wreken. Zelfs dan waren er duidelijke beperkingen, en alleen degenen die actief hadden deelgenomen aan de strijd tegen de moslims mochten op hun beurt bevochten worden. En zelfs dat moest gebeuren volgens erg strikte regels, uitgevaardigd door Allah.